Voorbeelden van het gebruik van Flashback in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Is dit wat ze een flashback noemen?
Dit is een flashback.
Het is net een flashback.
Ik had een soort flashback.
Ik krijg ook een flashback.
We hebben een flashback, mensen.
Dit is het Niets doen is duidelijk niets voor mij Muzikale flashback.
Burton zei dat je weer een flashback had.
Het is jouw flashback.
Ik weet het, Elliot, maar je onderbrak mijn flashback.
Je hebt een flashback.
Ik wil een flashback gebruiken.
Dit is een flashback.
Zitten we nu in jouw flashback?
Heeft hij een flashback? Wat?
koning Leonidas in flashback.
Wat? Heeft hij een flashback?
Flashback naar Berlijn, 1936.
En er was zo'n flashback naar zulke momenten. We keken elkaar aan….
Nee. Die flashback waarmee je wakker werd, drukt een beetje op me.