Voorbeelden van het gebruik van Gaan studeren in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Jongens, jullie willen toch niet gaan studeren, hè?
Dat wil ik gaan studeren.
Dan kan ik gaan studeren.
Maar vanwege z'n ras en z'n stand… kon hij niet gaan studeren.
Daarna mocht hij gaan studeren in Dessau en kreeg les van Friedrich Schneider.
Eentje is medicijnen gaan studeren.
We gaan nu studeren.
Ik had echt moeten gaan studeren.
Ik wil niet gaan studeren.
Misschien moet jij maar weer gaan studeren.
Ik wil dolgraag gaan studeren.
Als ze niet gaan studeren, krijgen ze het geld ook.
was ik pedagogie gaan studeren.
Na haar middelbare school is ze kunstgeschiedenis gaan studeren aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Oh…- Laten we wat Spaans gaan studeren!
mijn kleinkinderen kunnen gaan studeren.
Ik moet gaan studeren.
Je kunt altijd nog gaan studeren.
Andrew, jij wilt toch niet gaan studeren?
Ja, een oudere die net is gaan studeren en een jonger zusje… van Owens leeftijd.