Voorbeelden van het gebruik van Gaan studeren in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik had kunnen gaan studeren.
Je bent dat gaan studeren in 1940?
Als je in Amerika wilt gaan studeren moet je met een aantal dingen rekening houden.
Ik ben rechten gaan studeren, als je dat kunt geloven.
Nou… Ik wilde in het buitenland gaan studeren. Dus ik wilde wat informatie.
Je bent gaan studeren en nu ben je een stoere jongen?
Sinds m'n broer is gaan studeren, ben ik de man in huis.
Ik ben rechten gaan studeren in Tulane.
Daarna is hij filosofie gaan studeren aan de Pedagógico, niemand weet waarom.
Jongeren gaan weer studeren.
Ik kon rechten gaan studeren.
Ze zijn allemaal gaan studeren.
En jij kunt weer gaan studeren.
Weet je, ik wil ook rechten gaan studeren.
Ik wil gaan studeren.
Ze wil rechten gaan studeren.
Ik wil weer gaan studeren.
Hij kon rechten gaan studeren.
Je moet gaan studeren.
Zullen we samen afspreken en wat gaan studeren?