Voorbeelden van het gebruik van Moet studeren in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Steve, ik moet studeren.
Je moet studeren en mij helpen.
Ben jij zo iemand die echt moet studeren?
Daarna moet ik naar huis, want ik moet studeren, snap je?
Meeks?- Ik moet studeren.
Sorry, ik moet studeren.
De bieb. Ik moet studeren.
Je moet elke avond zeggen dat ik moet studeren.
Nee, ik moet studeren.
Serieus, ik moet studeren.
Unnie gaat nu. Ik moet studeren.
Zij gaat niet, ze moet studeren.
Je weet dat ik moet studeren voor mijn examen.
Ik moet studeren.
Je moet studeren, geen spelletjes spelen.
Maar ik gooi je eruit omdat ik moet studeren. Jongens,
Je moet studeren.
Je moet studeren, niet voor Philip Marlowe spelen.
Ze zei dat ze moet studeren.
Je moet studeren.