Voorbeelden van het gebruik van Geef op in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik geef op. Oké.
Geef op, geef op, geef op! .
Geef op of ervaar dood
Geef op, Bulldog.
Lucy, geef het op.
Geef op. Je weet dat we gaan winnen.
Ik geef op. Ik ben klaar.
Marie, geef op.
Geef op, Brayden!
Zie je, geef nooit op, Barbara.
Geef op! Je kunt niet wegkomen!
We konden niet proberen het eten, maar ik geef op vertrouwen.
Zijn vriendin. Ik ben… Geef op.
Geef op, of ze neemt je te grazen.
Ik geef nooit op.
Ik geef op als ik dat wil en ik geef op.
Mark, geef op.
Geef op, of anders.
En Rodney… geef nooit op nooit.
Geweldig. Oke, ik geef op.