Voorbeelden van het gebruik van Grijp in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Grijp hem. Wat gebeurt er?
Grijp hem. Wie zijn jullie?
Pap. Grijp hem.- Nee!
Grijp het, met beide handen.
Grijp hem, jongens.
Grijp ze levend!
Grijp hem, Thahn.
Kom op, Michele, grijp deze kans en verlos jezelf!
Grijp ze! Het zijn Moslims!
Das sind Muslime, schnappt sie!Waarom grijp je niet in en neem je hem haar af?
Warum fasst du nicht einfach rein und holst sie da raus?Grijp haar. -Een schurk.
Ergreift sie.- Bösewicht.Grijp hem, pa!
Nimm ihn fest, Dad!Als ik zeg'grijp ze', dan wil ik geen getreuzel.
Wenn ich das nächste mal sage"Packt sie" dann will ich, dass ihr das gleich tut.Grijp ze!
Grijp de grote boze wolf maar.
Fangt den großen, bösen Wolf.Hé, Danvers, grijp de touwen… schiet op!
Hey, Danvers, hol die Seile… Beeilung!Ik grijp elke kans om te vliegen.
Ich nutze jede Chance, mein Flugzeug zu fliegen.Grijp hem. Geen prijzen?
Schnappt ihn euch! Kein Preis?Grijp haar. Talwi!
Talwi! Ergreift sie!Grijp ze.- Moordenaars!
Fasst sie!- Mörder!
