Voorbeelden van het gebruik van Het in de auto in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
is het in de auto.
Dan doen we het in de auto.
is het in de auto.
Je zei het in de auto, je zei het met Kerstmis,- in dat Mexicaanse restaurant.
mijn vrouw zei dat ik het in de auto moest laten.
gooien het in de auto en we zijn voor het ontbijt terug. We zoeken de oogst.
We laadden het in de auto, en ze reed zo de school voorbij… recht naar New York, naar Lord en Taylor.
Als je het in de auto doet… doe het dan op wit papier zodat je het ziet.
Hij heeft het in de auto staan. Hij zegt dat hij iemand gaat helpen op de snelweg.
We halen je om acht uur op en dan doen we het in de auto.
is het in de auto.-Weet ik.
Snel. Ik zeg 't in de auto.
Leg het in de auto.
We bespreken het in de auto.
Lag het in de auto?
Ik leg het in de auto uit.
Ik heb het in de auto gevonden.
Ik zal het in de auto uitleggen.
Ik leg het in de auto uit.
Kun jij het in de auto zetten?