Voorbeelden van het gebruik van Het schoon in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Het schoon, droog en voldoende verwarmd zijn der werkruimten;c.
Is het schoon, zonder tekenen van overlopen
Het schoon en droog zout wordt vervolgens verpakt
Alles in het schoon en mooi design.
Dit maakt het schoon en glycerine verzacht ook de huid.
Is het schoon?
Maak het schoon.
Hou het schoon, anders gaat het ontsteken.
Is het schoon?
Is het schoon?
Maak het schoon, verdomme. Bill!
Ik zorg dat het schoon en ordelijk is.
Maak het schoon, cocainehoertje.
Vies, als het schoon moet zijn.
Ze maakten het schoon.
Ja, ik wilde het schoon maken.
water en giet het zuivere schoon en droog.
En jullie houden het schoon.
Ik ben geïnteresseerd in meer informatie over het Schoon Voertuig Portaal.
is het schoon en energiebesparend.