Voorbeelden van het gebruik van Hij wint in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ja, maar hij wint.
Mijn vader is de kapitein en hij wint altijd!
Jij verliest. Hij wint.
Mensen willen dat hij wint.
Ja, en hij wint hem.
Hij wint altijd. Hij wint.
Hij wint altijd. Hij wint.
Ik wil niet dat hij wint.
Honderd Joy dat hij wint.
Het is beter als hij wint.
Hij wint sowieso, snap je?
Hij wint deze keer op punten.
Hij wint de wereldbeker voor het totaalklassement en de combinatie.
Hij wint met gemak.
Als hij wint, krijg ik honderdduizend!
Ik hoop dat hij wint, loser.
Als hij wint, daagt hij je uit.
Hij wint vast wat gevechten, maar hij zal nooit Balboa worden.
En als hij wint, is hij hen iets schuldig.
Als hij wint en er goed uitziet,