Voorbeelden van het gebruik van Je in de auto in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Wil je in de auto zitten?
Het is 20 minuten rijden, verkleed je in de auto. Het is vanavond al.
Ik vertel het je in de auto.
Dus ik blijf hier wachten totdat je in de auto stapt.
Daarom wacht je in de auto.
Als hij zegt dat je in de auto moet blijven, blijf je in de auto.
Ik zag je in de auto. Wat?
Hé. Wil je in de auto wachten?
Wedden dat ze je in de auto belt?
Zat je in de auto toen ze werden vermoord?
Het is beter als je in de auto zit.
Ik loog tegen je in de auto.
Begrepen. Wil je in de auto wachten?
Ik wacht op je in de auto.
Jeetje. Stel dat je in de auto had gezeten?
verveelt je in de auto.
Als je in de auto zit, kan je 'm nu versturen.
Laat mij rijden en verstop je in de auto.