Voorbeelden van het gebruik van Jouw deel in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dat is jouw deel, Bohannon.
Verkoop jouw deel dan.
Jij doet jouw deel, ik zal het mijne doen.
Zolang het van jouw deel af komt.
Jouw deel is twee miljoen.
Ook jouw deel.
We doen het. Als jij jouw deel doet, Erica, doe ik het mijne.
Wat ga je doen met jouw deel van het geld?
Jouw deel was slecht, hè?
Bart, dat is jouw deel van de opbrengst van de T-shirts tot nu toe.
Ik heb jouw deel bewaard.
Maak je niet druk moeder, Jij krijgt jouw deel.
Met jouw deel kun je voor jezelf beginnen.
Jouw deel was slecht, toch?
Dit is jouw deel, Ter. Kijk.
Wat ga jij doen met jouw deel van het geld,?
Concentreer je maar op jouw deel.
Geef hem jouw deel.
Je kent alleen jouw deel, verder niks.
Wat is jouw deel van de opoffering, Garrett.