Voorbeelden van het gebruik van Kelner in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hij roept de kelner.
Als kelner.
Kelner heeft geen strafblad.
Hij werkte nadien als kelner in Antwerpen.
Kelner. Geweldig, noemde hij Stavros?
Ja, mijnheer. Je werkt ook na school, als kelner.
Kelner, hierheen. Breng de heren de beste champagne die we hebben.
Salade en een biefstuk voor mij. Kelner.
Ik was kelner in de Russian Tearoom.
Jij bent de kelner van het restaurant.
Die kelner was echt met je aan 't flirten.
Ik moet de kelner nog even spreken.
Ik heb ooit een kelner geslagen omdat hij mijn croutons vergat!
Ik gaf de kelner 5 dollar fooi om u hier te plaatsen.
Gina heeft 'n kelner van de Razor's Edge gesproken.
We hebben gesproken met elke kelner, hulpkelner en manager in Café Rex.
Kelner, breng me een whisky en soda!
De kelner had het menu te dicht bij de kaars gezet.
Kelner en vriend.
Onze kelner is getraind.