Voorbeelden van het gebruik van Kelner in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Nu moest ik Butterfly Kisses' voor de kelner zingen.
Net als onze kelner.
Ik heb toch liever de kelner.
Roep een kelner.
Hij roept de kelner.
Ik begon als kelner.
Mijn oude buurman is een kelner daar.
Uiteraard als stoere, opgewekte, meidengekke, zingende kelner.
Ik haal de kelner.
Ze praat tegen mij, maar staart naar de kelner.
Ik ga de kelner halen.
Dezelfde twee die de kelner hebben gedood.
Ik kan niet een baan nemen als kelner.
Hij is kelner.
De conciërge en een kelner.
Ik kan niet een baan nemen als kelner.
Ik ben geen kelner meer.
Kelner gediend diner in een fijn restaurant.
Kelner verpestte de hoofdgerechten,
Zeer smakelijk, kelner ik wil wat drinken.