Voorbeelden van het gebruik van Nooit doen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dat zou ik nooit doen.
Hij gaat het nooit doen.
Zoiets zouden ze nooit doen.
Dat deed ik nooit en zal ik nooit doen.
zouden we zoiets nooit doen.
Dat zou ik nooit doen.
Stevie zou dat nooit doen.
Mr Lyon, dat zou ik nooit doen.
Dat zou jij nooit doen.
Dat zou ik nooit doen.
Nee. Dat zou ik nooit doen.
Maar dat zal je nooit doen.
Ik zou zoiets nooit doen.
Nee, dokter.-Dat zou ik nooit doen.
Gilliam zou dat nooit doen.
Dat zou ik nooit doen.
Weet je, ik zou dat bij jou nooit doen?
Fly zou zoiets nooit doen.
Natuurlijk niet, dat zou hij nooit doen.
Brian, ALF zou dat nooit doen.