Voorbeelden van het gebruik van Nooit zou doen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
ik heb gezegd dat je dat nooit zou doen.
Schat, zeg me dat je dat nooit zou doen.
Ik wilde alleen even zeggen dat ik dat nooit zou doen.
Hij weet dat jij dat nooit zou doen.
Iets wat ik nooit zou doen.
Ze doet dingen die ik nooit zou doen.
Hij deed dingen die hij thuis nooit zou doen.
Je weet dat ik dat nooit zou doen.
Dat is iets wat ik nooit zou doen.
Je weet dat ik dat nooit zou doen.
omdat dat iets is wat ik nooit zou doen.
Ik deed dingen die ik anders nooit zou doen.
Ik had allerlei regels over wat ik nooit zou doen.
Ik weet dat je dat nooit zou doen.
Met iets wat ik nooit zou doen.
je dingen deed die je nooit zou doen?
We weten allebei dat je dat nooit zou doen. Luister.
Ik weet wel zeker dat u dat nooit zou doen.
Je weet dat ik dat nooit zou doen.
Het enige wat ik zelf nooit zou kunnen doen is iemand doden.