Voorbeelden van het gebruik van Normaal persoon in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik kon niet gewoon 2 trekjes nemen zoals een normaal persoon.
Kun je me niet in het gezicht slaan als een normaal persoon?
Ik wil gewoon eens functioneren als een normaal persoon.
Hoe vaak kan een normaal persoon aan?
Waarom kun je het niet gewoon slikken, zoals een normaal persoon zou doen?
Nee, gewoon door de voordeur, als een normaal persoon.
Als een normaal persoon.
Waarom schrijf je me niet als een normaal persoon?
Op die momenten waarop een normaal persoon zegt.
Waarom heeft ze het dan niet opgehoest, zoals een normaal persoon?
Ik moet proberen om een normaal persoon te zijn.
Geen crimineel, maar een normaal persoon.
En het pistool, een normaal persoon kan zoiets niet.
Zij was een normaal persoon.
Ben ik nog zwakker dan een normaal persoon.
Een echte kampioen bereikt dingen die een normaal persoon onmogelijk zou vinden.
Ik ben altijd een normaal persoon geweest.
Je komt erop als een normaal persoon.
Mam, lach als een normaal persoon.
Je lijkt een normaal persoon.