Voorbeelden van het gebruik van Onpartijdig in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik probeer gewoon grondig en onpartijdig te zijn.
Ik kan en zal onpartijdig zijn.
Tot het uitvoeren van een eerlijk, grondig en onpartijdig onderzoek. Kennelijk maakt je dat incapabel.
Hij is niet onpartijdig.
Die zijn onpartijdig.
Ik ben onpartijdig.
Hij is onpartijdig.
Wij zijn onpartijdig.
Ik kan onpartijdig zijn.
Jij als een Hatfield bent nauwelijks onpartijdig.
Ik nam aan dat u'onpartijdig sarcastisch bedoelde.
maar ik ben onpartijdig.
Ik kan onpartijdig zijn.
Zijn op de hoogte, maar onpartijdig.
Onze lijsten moeten onpartijdig zijn!
Ik ben neutraal en onpartijdig.
Nee, ik ben hier onpartijdig.
Kan hij echt onpartijdig zijn?
De magistraten moeten onpartijdig zijn.
De spiegel is onpartijdig.