Voorbeelden van het gebruik van Ontken in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ontken je het?
Ontken je het nog steeds?
Ontken je de aanklacht?
En ik ontken niet wat ik voel.
Wat?- Ontken het niet, vader!
Mr Bell, ontken je het?
Ontken je ze gekocht te hebben?
Ontken je dat?
Lieverd.- Ontken je het?
Ik ontken het niet.
Ik ontken alles.
Ontken het niet. Ik heb haar gezien.
Ontken je dat je op haar verliefd bent?
Ontken je dat je Dr Brennan ontvoerd hebt?
Ontken je schuldig te zijn?
Ontken je het? Moeten we komen?
Ontken je dat Cookie Lyon je die foto stuurde?
Eerst ontken je 't, maar dan heb je het nergens anders meer over.
Ik ontken dat categorisch.
Als ik het ontken, dan denken ze dat het waar is.