Voorbeelden van het gebruik van Ophoudt in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Wat? Maar als hij niet ophoudt, dan ben ik.
Hoe zorgen we dat dit ophoudt?
Ik vraag me af wat haar ophoudt.
zorg je dat het ophoudt.
Als je niet ophoudt, zullen ze je echt vermoorden, Kate.
Als je niet ophoudt, bel ik je vader.
Dat is wel duidelijk. Hij wil dat je ophoudt met anderen helpen over te steken.
Daarom wil ik niet dat het ophoudt.
Ik bel de politie als je niet ophoudt.
Niemand weet precies waar Che-san zich ophoudt.
Hoe langer je ons ophoudt, hoe meer kans
Als je niet ophoudt, vertrekt je hoofdrol.
En als je ophoudt met praten, win ik.
Dat is een achtbaanrit die nooit ophoudt.
Ik wil niet dat de pret ophoudt.
Sorry dat dat eerbetoon je ophoudt.
Ik wil dat je ophoudt met sip doen.
Als je niet ophoudt, dan ram ik.
En als jij nu niet ophoudt, hebben wij een probleem.
Beloof me dat je ermee ophoudt, oké?