Voorbeelden van het gebruik van Pot in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Die pot aan het eind van dat ding.
De pot op met de Times?
Max kan de pot op, ik draag geen pruik.
En een pot moes, nog van de kermis.
Er zit heel veel geld in de pot.
Op de pot staat vitaminen.
Een pot met een enorme spin.
Je eerste pot is je beste.
Nee. Pot, mosterd, slinger…-Wat?
De pot op met de Mensheid!
Je kunt de pot op, Nick.
Dus, je kent de pot met al mijn knikkers?
Hij en ik lopen naar de pot.
U wilt een pot. Een pot.
Een pot bonen.
Een pot met een grote spin er in natuurlijk.
Het zit in een pot op één van de planken.
Jammer dat de pot niet opgewarmd is voor het water erin ging.
De pot op met de wereld!