Voorbeelden van het gebruik van Prikt in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Het prikt nog.
De rook prikt in haar ogen.
Prikt gij ons, bloeden wij niet?
Voorzichtig dat u zich niet prikt.
Als je me nog één keer prikt, roep ik de bewaker!
Het prikt zo!
Als je een stijve voelt… die je in je rug prikt.
Bloeden wij niet? Als je ons prikt,?
Bloed ik niet, als je me prikt?
Het zand prikt in m'n ogen en de grond is uitgedroogd.
Gebalanceerd en fris in de mond, prikt een beetje.
Bloeden wij niet? Als je ons prikt,?
Het prikt nog steeds.
Het blijkt, als je ons prikt, bloeden we.
Als u me prikt dan lek ik toch ook?
Gaat 't nog? Het prikt een beetje.
Hier. Het prikt.
Het zout prikt.
Dan haal ik mijn cactus en die prikt, prikt, prikt.
Maar die intiemspray prikt.