Voorbeelden van het gebruik van Regeert in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Het volk regeert, niet jullie, fijne edelen.
Je koningin regeert vanuit de onderwereld.
Hij regeert nu over de aarde.
Niet het schaap. De wolf regeert.
In het weidse woestijn van Yellowstone… regeert de grizzly eenmaal alleen.
U, die leeft en regeert tot in de eeuwigheid.
Regeert het volk over het land?
Wie regeert de ring?
Een gewelddadige scheldpartij. U regeert met angst.
God regeert over de heidenen!
Berlijn regeert met ijzeren hand.
Hij regeert de oostkust met een ijzeren vuist.
Een tiran regeert alleen door middel van angst.
Mufasa regeert niet over mij!
Regeert niet de wereld. Mijn vader.
En nu regeert u het koninkrijk, net als hij.
Craterus wordt koning van Macedonië en regeert voor vier dagen.
Als het gaat om romantiek, regeert de rode roos.
Als James goed regeert.
Vandaag, echter, het gemak regeert het land.