Voorbeelden van het gebruik van Regeert in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Als God de tijd regeert, is alles vastgelegd.
God regeert in Zion. God is rechtvaardig.
Ja, Saddam Hoessein regeert Irak met ijzeren vuist.
De Heer regeert, robed in majesteit.
Wat regeert deze familie, moeder?
God, regeert voor altijd.
Goya regeert deze kleine natie sinds de communistische coupe van 1974.
Koning George V regeert over een kwart van de wereldbevolking.
God regeert deze tent niet. Ik wel.
Meester Ho, de eigenaar van de mijn, regeert over deze stad.
En als je het bloed regeert, dan is de dood niet langer het eind.
Waarom regeert de jeugd dit land?
Regeert angst over Egypte? Of ik?
Regeert met tolerantie en begrip.
Technologische regeert keramische wastafels voering.
Guest house regeert hoffelijk juiste houding.
Voeding regeert om testosteron bij mannen te verhogen.
Wie regeert deze darm?
Het systeem regeert jou, jongen.
U regeert, Majesteit.