Voorbeelden van het gebruik van Ruikt heerlijk in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ruikt heerlijk.
Ruikt heerlijk.
Dat ruikt heerlijk.
Dat ruikt heerlijk.
Het avondmaal ruikt heerlijk.
Ik verdien hem niet. Ruikt heerlijk.
Dat ruikt heerlijk.
Dat ruikt heerlijk.
Dat ruikt heerlijk.
Het ruikt heerlijk.
Het ruikt heerlijk.
Het ruikt heerlijk.
En het ruikt heerlijk.
Deze drank ruikt heerlijk.
De vispap ruikt heerlijk.
Dat ruikt heerlijk. Verwacht je iemand?
Het ruikt heerlijk.
Dat ruikt heerlijk.
Nee, bedankt. Het ruikt heerlijk, maar ik moet even douchen.
Dat ruikt heerlijk.