Voorbeelden van het gebruik van Schot in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Een schot in de schouder en een in z'n dij.
Je hoeft me niet onder schot te houden. Niet bewegen.
Het is een Schot, snap je?
Ik had een open schot.
Ik heb geen vrij schot.
Ik neem het schot.
Een schot in de hals.
Wat een schot van Michael Jordan!
Schot in de nek.
Wat moet een Schot in Egypte?
Mijn schot had dodelijk moeten zijn.
zodra ik een vrij schot heb.
Een van een soort blonde kruis schot.
Ik heb een vrij schot.
Ik heb geen schot.
Het schot gaat omhoog.
Dat is jouw schot, niet die van Kenny.
Mooi schot, senator. Ja, sir!
Een Schot zijn is klote.
Er is hier een vrouw met een schot in haar borst.