Voorbeelden van het gebruik van Slappeling in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik ben geen slappeling.
Een, ik ben een slappeling.
Schop haar. Ik zei schop haar, slappeling.
Laatste is 'n slappeling.
Hij is een slappeling. Eigenlijk kwam ik hierheen om mijn spullen in te leveren.
Je bent een slappeling.
Je bent een slappeling.
Het kan me geen reet schelen of je wel of niet een slappeling bent.
Sta op en vecht terug, slappeling.
Hou je erbuiten, slappeling.
Dat je een slappeling bent!
Wees geen slappeling, E!
Ik ben geen slappeling.
Je was altijd al een slappeling, John.
Dat is een slappeling.
Je bent zo'n slappeling.
Je bent een slappeling!
Je bent een slappeling.
Sinds wanneer ben jij zo'n slappeling?
Je was altijd al een slappeling.