SUFFIE - vertaling in Duits

• Dummerchen
• Dummchen
• Dummkopf
• du Idiot
• du Trottel
• Doofie

Voorbeelden van het gebruik van Suffie in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Natuurlijk, suffie.
Natürlich, Dummerchen.

Wat? Tekst uit onze film, suffie.
Der Text aus unserem Film, Dummerchen. Was?

Want ik ben met ze getrouwd, suffie.
Ich bin mit ihnen verheiratet, Dummerchen.

Vesten?-Nee, suffie.
Westen? -Nein, Dummerchen.

Ja? Jij suffie?
Du Dummerchen! Ja?

Je kijkt ernaar, suffie.
Du siehst es doch, Dummerchen.

Welnee, suffie. De tuinmeubelen.
Die Gartenmöbel. Nein, du Dummkopf.

Dat weet ik, suffie.
Weiß ich doch, du Dussel!

Dat had je laten staan op't vliegveld, suffie.
Den haben Sie am Flughafen vergessen.

Om tijd te winnen, suffie.
Um etwas Zeit rauszuschinden, du Blödmann.

Ik vraag je ten huwelijk, suffie.
Ich möchte dich heiraten, du Dummerchen.

Zeg nooit nooit, suffie.
Sag niemals nie, du Esel.

Je hebt helemaal niets gedaan, suffie.
Du hast es nicht getan, Dummy.

Ik had geen idee wat Suffie zei.
Keine Ahnung, was der Lackaffe gesagt hat.

Wat? Hoe zit het met jou en Suffie?
Was? Was ist das zwischen dir und Lackäffchen?

Een speech, suffie.
Eine Rede, du Penner.

Dat had je laten staan op 't vliegveld, suffie.
Den haben Sie am Flughafen vergessen.

Hoe gaat ie, suffie?
Wie geht es dir, Dummerchen?

je moest lachen, suffie.
du jetzt schmunzeln musst, Erbsenhirn.

Ik ben Emily, suffie.
Ich bin Emily, du Dummkopf.