Voorbeelden van het gebruik van Synagoge in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
In de synagoge wordt de Tenach in het Hebreeuws gelezen.
Wanneer deze synagoge is opgericht,
De synagoge is in het wit aangekleed.
Ook het hek van de synagoge werd voor dit doel gesloopt.
Bij de synagoge hoorde ook een mikwe badhuis.
De Synagoge Het Joodse kerkhof.
Voormalige synagoge aan de Carpentierstraat.
In de synagoge vindt enkele malen per jaar een dienst plaats.
De Oudnieuwe Synagoge is gebouwd in vroeggotische stijl.
We gaan naar die synagoge… En maken jou Joods!
Ik ga werken in de synagoge. Wat is er?
De synagoge? De geur van vis maskeert het aroma van je zaad?
Mensen komen thuis van de synagoge en zien een hoop stront voor de ingang.
Ik moet naar de synagoge. Van Black Sabbath gesproken.
Ik kon niet naar de synagoge… vanwege de vijandelijkheid van mijn gemeenschap.
Het is een synagoge, zo gaat dat.
Draag het in de synagoge.
Ik stak de school niet in brand.- Je gaat ook niet naar de synagoge.
Je gaat ook niet naar de synagoge.
Ik hol 'n synagoge binnen.