Voorbeelden van het gebruik van Trakteren in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Laat me je op een drankje trakteren.
De tandenfee en ik trakteren.
Als je je beter voelt, wil ik je trakteren op een ontbijtje in de Purple Penguin.
Je moet me flink op bier trakteren.
of je moet ons trakteren.
Je trakteren is het minste wat ik kan doen.
kan ik op lunch trakteren?
Ik kan jullie op een fles frisdrank trakteren.
Ik wilde jullie altijd al trakteren.
Ik ging je op één drankje trakteren.
Geen addertje, we trakteren.
Wil je me op een ijsje trakteren?
Daarna wou ik op pannenkoeken trakteren, maar ze waren dicht.
Ik zal je op wat te eten trakteren.
Kan ik je op een biertje trakteren?
Maar alleen als je mij laat trakteren.
We zouden je graag op een diner trakteren.
Mijn vriend en ik willen jullie op een drankje trakteren.
Als ik op bier mag trakteren.
Wij trakteren. Kom op.