Voorbeelden van het gebruik van Trek in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Trek je hand er uit als het pijn gaat doen, alsjeblieft.
Trek dat gezicht niet.
Trek, dasher! Ik wordt te oud voor deze job!
Ik ook. Ik heb trek.
Ik heb flinke trek vanochtend.
Ik heb toch geen trek meer.
NW Trek- Zie wilde dieren in natuurlijke habitat.
Trek aan de handrem.
Trek je hemd uit!
Trek je zwaard!
Trek niet zo'n lang gezicht
Trek je laarzen aan en kom naar beneden.
Ik krijg er een beetje trek van.
Ik heb geen trek, Marie.
Nee! George heeft blijkbaar geen trek.
De trek naar het broedgebied in het noorden vindt plaats in april en mei.
Trek deze doek uit.
Trek er maar af!
Trek je mooie nieuwe pak aan.
Star Trek is geweldig.