ZUG - vertaling in Nederlands

trein
zug
bahn
eisenbahn
bahnhof
zugfahrt
schiene
stopps
zet
setzt
stell
mach
bring
leg
lass
schalte
zug
schalt
schaltet
peloton
zug
platoon
einheit
gruppe
truppe
hauptfeld
piatoon
von trupp
metro
u-bahn
zug
métro
untergrundbahn
u-bahn-station
subway
ubahn
metrostation
u-bahn-linie
zug
schruns
train
trainieren
zug
übe
beim training
stemme
schulen
trek
hunger
appetit
hungrig
zug
herausziehen
zieh
reiß
mach
nimm
trekje
hunger
appetit
hungrig
zug
herausziehen
zieh
reiß
mach
nimm
treinen
zug
bahn
eisenbahn
bahnhof
zugfahrt
schiene
stopps
treintje
zug
bahn
eisenbahn
bahnhof
zugfahrt
schiene
stopps

Voorbeelden van het gebruik van Zug in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Nimm einen Zug, Loser!
Neem een trekje, loser!
Der Zug nach Namyangsan fährt ein.
De metro naar Namyangsan komt eraan.
Der Zug fährt in einer Minute weiter!
De trein rijdt over een minuut verder!
Der 12. Zug kommt mit mir. Paddy!
Paddy, het 12de peloton gaat met mij mee!
Weiß ist am Zug.
Wit is aan zet.
In diesem Zug können Fahrräder kostenlos mitgenommen werden.
In deze treinen kunnen fietsen gratis meegenomen worden.
Pocket Ninja Zug der Ninja mehr stark sein.
Zak Ninja Train de ninja meer sterk te zijn.
Sie sehen Campingplätze Zug seite. Interaktiv campingkarte Zug.
U bekijkt Camping Zug pagina. Toon interactieve kaart van campings in Zug.
Vielleicht einen Zug, dann muss ich gehen. Aufpassen.
Misschien een trekje, dan moet ik gaan. kijk uit.
Der Zug fährt um 10:30 Uhr ab.
De trein vertrekt om 10:30 uur.
Der 11. Zug ist hier.
Het 11de peloton is hier.
Er ist im Zug Richtung Süden mit Deacon und Tan.
Hij zit op de metro in zuidelijke richting en Deacon en Tan zijn bij hem.
Eric machte einen Zug.
Eric doet een zet.
Der Zug nach Norden findet gewöhnlich im März und April statt.
De trek naar het broedgebied in het noorden vindt plaats in april en mei.
Wir müssen jeden Zug auf dem Haupt- gleis Richtung Norden warnen.
Maar waarschuw alle treinen op de eerste 20 mijl van dat spoor.
Zug mehrere Personen Funktionspunkte zählen.
Train meerdere mensen functiepunten te tellen.
Philippe? Nehmen Sie einen Zug, das wird Ihnen guttun?
Neem 'n trekje, dat zal je goed doen. Philippe?
Der 11. Zug ist in Sicherheit.
Het 11de peloton is in veiligheid.
Mein Zug fährt in einer Stunde.
Mijn trein gaat over een uur.
Siegte er bei dem Young Masters Turnier im schweizerischen Zug.
In 1999 won hij het Young Masters toernooi in het Zwitserse Zug.
Uitslagen: 9916, Tijd: 0.1584

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands