Voorbeelden van het gebruik van Vergaf in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Ecclesiastic
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Mijn vader… mijn broertje. Ik vergaf mijn moeder.
Hij zei dat hij je vergaf.
Ik vergaf hem.
Waarom vergaf ik haar nou niet eerder.
Hij zei dat hij me vergaf dat ik z'n moeder had gedood.
Zoudt gij niet begeeren dat God u vergaf?
Hij gaf zijn leven een andere wending en vergaf zichzelf.
Ik vergaf mezelf.
Hij vergaf me.
Hij zei dat hij mij vergaf dat ik zijn moeder doodde.
Waarvoor? We huilden. Toen hij zei dat hij ons vergaf.
Vroeger vergaf je nooit iemand, je veroordeelde mensen zonder genade.
Ik vergaf Abby.
Zoudt gij niet begeeren dat God u vergaf?
Misschien vergaf ze het hem en ging ze over, omdat hij zichzelf niet was?
Zijn vrouw vergaf je, al had je haar man afgepakt?
Ik vergaf haar, maar ze ging weg.
En toch vergaf ik 't hem altijd.
En daarna vergaf ze het me, zoals altijd.
Net als de Maagd Maria vergaf ze de mensen die haar zoon vermoordden.