Voorbeelden van het gebruik van Vreesde in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik vreesde voor m'n leven.
Hij vreesde dat Donald en Goofy populairder werden dan Mickey.
Vreesde je hem?
Je was de enige hier die hij vreesde.
Hij is Rusland ontvlucht, omdat hij vreesde voor zijn leven.
Romero vreesde voor zijn leven.
Maar Guthrum vreesde nog steeds Alfred's god.
De Vietcong kende nu z'n naam, en vreesde hem.
Ik vreesde dat ze jou zou kwetsen.
Ik vreesde de dag dat je erachter zou komen dat je vader een boef was.
Ik vreesde je te verliezen.
Ik vreesde hetzelfde lot.
Robert vreesde die toekomst.
Een generatie lang vreesde het sterrenstelsel mijn meester.
Ik vreesde dat je niet echt was, maar hier ben je dan.
Toch vreesde hij de bewakers.
Diverse keren vreesde ik je kwijt te raken.
De sheriff vreesde voor zijn leven.
Het Rijk vreesde Hari, omdat hij de toekomst kon voorspellen.
Ik vreesde voor je baby vannacht.