Voorbeelden van het gebruik van Wieg in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
De wieg staat nog niet. Vanavond?
Elke keer als je in die wieg leg, zal ik denken.
Wil je hem niet in de wieg leggen en naar huis gaan?
Breng de Wieg naar Stark.
We hebben geen wieg, we hebben geen luiers.
En een mobiel boven de wieg.
De Regeneratie Wieg maakt weefsel.
Als ik de wieg in elkaar had gezet.
Deze wieg is voor jouw zoon.
Welke wieg?
Je hebt een wieg gekocht?
Hoe een set voor de wieg te naaien.
Ja, het Bugaboo regenscherm past over het hele stoelframe, inclusief de wieg en de stoel.
In de kelder staat een wieg.
Weet je wat er in die Wieg zit?
De wieg was leeg.
Wat nog? De wieg was bijna af
De Wieg.- Dit is de toekomst, Tony.
We hadden de wieg nog niet in elkaar gezet.
We hebben een wieg.