Voorbeelden van het gebruik van Woon hier in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik woon hier eigenlijk helemaal niet.
Ich wohn hier eigentlich nicht.Sorry, Grace, maar ik woon hier.
Tut mir leid, ich muss hier leben.Ik wel. Ik woon hier met mijn zoon.
Maar ik woon hier niet.
Ik woon hier al veertien jaar.
Ich wohn hier jetzt schon bald 14 Jahre.Ik woon hier in de stad.
Ich lebe hier in dieser Stadt.Ik woon hier, Pete.
Ich wohne hier, Pete.Nee, ik woon hier.
Nein. Ich wohn hier.Ik woon hier 55 jaar.
Ich lebe hier seit 55 Jahren.Maar ik woon hier niet meer.
Ich wohne hier nicht mehr.Maar ik woon hier.
Ich wohn hier.Ik woon hier en jij niet. Vandaag wel.
Denn ich lebe hier und du nicht. Heute schon.Ryan koffie brengen en ik woon hier.
Ich bringe Ryan Kaffee und ich wohne hier.Dat denk ik ook soms, en ik woon hier.
Ich seh das manchmal auch so, und ich wohn hier.Maar ik woon hier met een vriend.
Aber ich lebe hier mit einem Freund.Wacht, waarom? Ik… ik woon hier.
Warte, wieso? Ich wohne hier.Ik zei toch, ik woon hier.
Hab ich Ihnen doch gesagt, ich lebe hier.Nee, maar ik woon hier.
Nein, aber ich wohne hier.David, ik woon hier.
David. Ich lebe hier.Nee, ik woon hier.
Nein, nein, ich wohne hier.
