Voorbeelden van het gebruik van Zeurt in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Zeurt hij altijd zo?
Je zeurt maar wat.
Zeurt je vrouw meer of minder dan zes keer tijdens 'n wedstrijd? Oké?
M'n advocaat zeurt bij dokter Chilton om iets beters.
Tante is degene die hier komt en zeurt, zeurt, zeurt, zeurt, zeurt. .
Het gaat prima. Ze zeurt alleen.
Je zeurt en klaagt altijd over je gokschulden.
Je zeurt de hele dag al aan m'n kop.
Jij zeurt nergens over, nietwaar?
Je haat het als ze je zeurt voor elk klein ding.
Ja, hij zeurt weer.
want Lucas zeurt.
Waarom ben ik de enige die zeurt?
Je zeurt altijd over 't eten en zo.
Gilles vindt werk voor je, en jij zeurt.
Mijn vader zeurt continu.
Het is erg moeilijk. Ze zeurt om alles.
Je zeurt in ieder geval als een vrouw.
Je komt bij me met je… En jij zeurt over Ernest.
Zeurt Sheppard nog steeds…