ZUSTER - vertaling in Duits

• Schwester
• Krankenschwester
• Sister
• Schwestern

Voorbeelden van het gebruik van Zuster in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Zuster heeft de kracht om wonden te helen. Het Leven van Edens?
Sister hat die Macht, Wunden zu heilen. Edens Leben?

Zuster Dorsum?
Schwester Dawson! Trinken Sie?

Hij zal met de zuster moeten eten.
Er wird bei der Krankenschwester essen müssen.

Zuster Ruth… Ze zijn buitengewoon praktisch.
Sie sind überaus praktisch. -Schwester Ruth.

De zuster moeten een graf graven.
Die Schwestern müssen ein Grab ausheben.

Meester Illega. Zuster heeft ons haar factuur gestuurd.
Meister Illega, Sister hat uns ihre Rechnung geschickt.

Was een zuster, op 'n gesloten afdeling.
War Schwester auf einer TB-Station.

Zij is een zuster.
Sie ist Krankenschwester.

Zuster Ruth heeft het gezien.
Schwester Ruth sah es.

Broeders en zuster, al 50 jaar… tijdens mijn priesterschap.
Brüder und Schwestern, seit fünfzig Jahren… meines priesterlichen Dienstes.

Zuster, val me niet lastig met je kleine zorgen.
Sister, stört mich nicht mit Ihren kleinen Sorgen.

Vergeef me alsjeblieft, zuster.
Bitte vergeben Sie mir, Schwester.

Ik ben zuster.
Ich bin Krankenschwester.

Zuster, ik moet u helpen.
Schwester, ich soll Ihnen helfen.

U kunt ons verlaten, zuster.
Ihr könnt gehen, Schwestern.

Ik vind zuster Rosetta leuk. Ja, gospel.
Ich mag Sister Rosetta.- Ja, Gospel.

We moeten naar je zuster toe.
Wir müssen zu Eurer Schwester.

Pardon. Hebt u de zwangere vrouw en de zuster gezien?
Entschuldigung. Haben Sie die Schwangere und die Krankenschwester gesehen?

Zuster Mathis?
Schwester Mathis?

U bent als Kardinaal begunstiger van de Zuster van St. Cecilia.
Ihr seid der Kardinal-Stifter der Schwestern von St. Cecilia.