Voorbeelden van het gebruik van Ben getrouwd in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik ben weer getrouwd.
Ik ben getrouwd toen ik heel jong was,
Ik ben getrouwd!
Ik ben nooit getrouwd.
Ben je getrouwd? Nee, onenigheid met m'n broer?
Ik ben getrouwd, Elizabeth.
Want ik ben nooit getrouwd geweest. .
Ik ben getrouwd.
Lk ben getrouwd.
Ben je getrouwd?-Mn meisjesnaam?
Maar ik ben nooit getrouwd. Constant.
Maar ik ben toch getrouwd.
Ik ben getrouwd, sir… Niet zonder mijn toestemming!
Ik ben getrouwd geweest. .
Ben je getrouwd?-M'n vrouw?
Ik ben getrouwd. Hij ook.
Constant, maar ik ben nooit getrouwd.
Ik ben getrouwd nu. Astrid!
Ben je getrouwd, Philip?
Ik ben getrouwd geweest. .