Voorbeelden van het gebruik van Blaffen in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Toen hoorde ik een hond blaffen.
Ze blaffen alleen naar mensen die ze niet kennen.
Woef!- Niet blaffen, Woofie!
Walk, blaffen en muziek klinkt.
Ze kunnen niet altijd blaffen.
De hond gaat blaffen.
Je kunt niet eens blaffen.
Hij bleef maar blaffen… blaffen.
Laat hem blaffen.
En een hond horen blaffen.
We zijn hier niet om ons ijzer te laten blaffen.
Woef!- Niet blaffen, Woofie.
De honden herkennen je, ze zouden niet moeten blaffen.
Regel 2: niet blaffen.
De hond. Honden blaffen.
Ik hoorde de hond blaffen.
Ik heb hem nog niet horen blaffen.
Honden blaffen.
Laat me je horen blaffen als een hond.
Als een hond. Je weet wel, blaffen en dergelijke.