Voorbeelden van het gebruik van Bleef thuis in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Mary bleef thuis en ging naar de Bath High School.
Ik bleef thuis om de kinderen op te voeden.
De vrouw bleef thuis en zorgde voor 't gezin.
Ik bleef thuis, vrolijk, warm, loyaal.
Jij bleef thuis bij de kinderen?
De ander bleef thuis en ontmoette een leuke student.
Zij bleef thuis bij de kinderen.
Proust bleef thuis tot z'n 35e.
Ik bleef thuis en de mijne smeekte me te gaan.
Moeder bleef thuis, maar was een moderne vrouw.
Fatima, de Gruha Lakshmi, bleef thuis.
Ze ging met een vriendin en ik bleef thuis, in mijn eigen tuin.
Dit varkentje bleef thuis.
En dit biggetje bleef thuis.
Ik werkte, hij bleef thuis.
Koning Jan bleef thuis.
Dit kleine varkentje bleef thuis.
Malkeh was nog te jong, dus zij bleef thuis.
En dit kleine varkentje bleef thuis.
Maar je bleef thuis.