Voorbeelden van het gebruik van De dode man in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
De dode man, was hij getrouwd?
Ze kent de dode man niet.
De dode man.
Toast op de dode man, Bean.
Op de dode man.
De dode man.
Beschuldig de dode man.
Wie is de dode man in het busje?
Zij was getrouwd met de dode man in de hal.
De dode man in Engeland.
Laten we eens zien of de dode man een dossier heeft.
We dachten dat de dode man een Marinier was.
In de dode man.
De dode man en de dwaas.
De dode man, buiten.
We moeten de dode man op ijs zetten.
Route van de dode man.
Dat is de dode man.
De dode man, was hij getrouwd? Getrouwd?
De dode man, die ik heb vermoord.