Voorbeelden van het gebruik van De week in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Nee, ik ben in de 7e week.
Pennsylvania staat abortus toe tot aan de 24ste week.
Ik had haar de hele week.
Hij zei dat appartement 3 niet bezet was de afgelopen week.
heb het gedaan. De tiende week.
Wat is dit? Einde van de week.
Heb je dit jaar deelgenomen aan de week van de mode?
Hey ja, ik bel je al de hele week.
Ik heb zitten huilen en huilen voor de week.
Zoek een Junior voor kittens vanaf de 5e week tot 12 maanden.
In de vierde week.
Niet genoeg om de week mee door te komen, toch?
Uit Amsterdam overgenomen, de week voor de opening.
Niemand heeft Cameron de afgelopen week aangeraakt.
De week in dit kasteeltje was geweldig.
En de week daarop?