Voorbeelden van het gebruik van Durft in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Niemand durft met me te dansen.
Hoe durft u zo te liegen?
Jij durft wel.
En hoe durft u. Nee?
Dus je durft je krachten te laten zien?
En niemand durft het geluid van stilte lastig te vallen.
Hij durft te beweren dat God niet bestaat.
Wie ben jij die mij durft te weerstaan? Halt! Halt!
Je durft nu Pokémon aan te raken.
Die vent durft nogal, denkend dat hij Boyd mee kan nemen.
Hoe durft u. Robert zijn vrouw?
Jij durft wel.
Ondernemend: je durft groots te dromen
Iemand die durft mijn autoriteit in twijfel te trekken.
Wie durft nog meer, jij of het zwijn?
Wie durft deze heiligschennis? Ik verbied het?
Wie durft me zo aan te spreken?
Maar je durft het niet toe te geven.
Hoe durft hij mijn dochter aan te raken?
Jij durft wel, makker.