Voorbeelden van het gebruik van Durft in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Maar niemand durft het te zeggen.
Diegene die hier durft te zwemmen, moet goed uitgeslapen zijn.
Zijn slachtoffer durft het huis niet uit.
Wie durft mij uit de dagen?
Jij durft, je gezicht hier laten zien, na zoveel tijd.
Jij bent de enige die bij me durft te zitten. Lastig publiek.
Ze durft me amper aan te kijken.
De vogel durft niet naar binnen!
Wie durft mij aan te roepen?
Niemand durft daar meer naar binnen.
Je durft geen nee te zeggen tegen de president.
Jij durft,!
De heer Blair moet tonen dat hij in de toekomst durft te investeren.
Schiet maar als je durft.
Iedereen die in de ring durft te stappen verdient respect.
Hoe durft hij mijn account te hacken?
Wie durft er in de donkere spelonken van de menselijke geest te duiken?
Wie durft Koning David te storen? Halt?
Dat durft hij vast niet.
Jij durft, zeg, hier in te breken.