Voorbeelden van het gebruik van Het dollen in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij wist dat ik niet aan het dollen was.
Ik en mijn vrienden waren maar wat met je aan het dollen.
We waren maar wat aan het dollen.
Ik was alleen aan het dollen met je.
Nee, ik ben niet aan het dollen.
Je hebt gelijk. Ik was gewoon wat aan het dollen.
En ik ben niet aan het dollen.
Vergeet het. Misschien was ik maar aan het dollen.
Misschien ben ik maar aan het dollen.
Hij was je gewoon aan het dollen.
Ik was maar aan het dollen.
Hij was gewoon aan het dollen.
Ik ben niet aan het dollen.
Ik was aan het dollen.
We waren een beetje aan het dollen met ze.
We waren een beetje aan het dollen met ze.
Hoi, we waren gewoon wat aan het dollen.
Ik zei alleen dat we aan het dollen waren.
We waren in de zitkamer aan het dollen.
Ben je aan het dollen? Gevangenis?