Voorbeelden van het gebruik van Kost in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Het kost tijd, maar het is het waard.
Ze kost 'm een vermogen aan lingerie en sieraden.
Wat het ook kost om Mary's leven te redden.
Dat kost ze upside.
Alles kost geld, J.
Wat deed je voor de kost pa?
Ik kost driehonderd per dag, plus onkosten.
Verandering kost tijd in Indonesië.
Het kost geld om 'n oorlog te winnen!
Dit horloge kost meer dan jouw auto.- Ja.
Dat kost inzet en toewijding.
Dat kost ons een vermogen.
Kost de transfer van Diaby Costa 35 miljoen euro?
Probeer gewoon de kost te verdienen.
De inschrijving kost 4, 00 EUR.
Het kost niet veel tijd.
Zijn tragedie kost haar het leven.
En nu kost het ons zeven.
Het kost behoorlijk wat moed om terug te komen.
Dat kost wel 30 lakhs.