Voorbeelden van het gebruik van Man thuis in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ja. Is uw man thuis?
Mrs. O'Neil, is uw man thuis?
Ze brachten m'n man thuis opgerold in een wasemmer.
Is uw man thuis?
Is uw man thuis?
Is uw man thuis?
Ze brachten m'n man thuis opgerold in een wasemmer.
En een man thuis lijdt daaronder.
Is uw man thuis?
Wanneer komt uw man thuis?
Jij bent nu de man thuis.
Bij de Teglgårds doodde hij de man thuis.
Heb je een man thuis?
Het is lang geleden dat je je man thuis had.
We hebben dit gevonden bij de man thuis die jij huurde.
Ik heb u ontmoet bij mijn man thuis.
Hallo mevrouw, is uw man thuis?
Lk heb u ontmoet bij mijn man thuis.
Dag mevrouw, is uw man thuis?
Bedankt. Is uw man thuis?