Voorbeelden van het gebruik van Vandaag in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Maar vandaag geeft het me alleen maar maagklachten.
Ja. Of vandaag.
Nee, het is vandaag markt.
Uitgerekend vandaag flik je me dit.
Of vandaag.
Mark… we zijn klaar voor vandaag.
De vraag die vandaag op ieders lippen brandt.
Noah. En hij komt vandaag aan in Berlijn.
Doris en Carl zijn vandaag vrij.
Vandaag zijn de krieken niet meer afkomstig uit Schaarbeek.
Hoi, Eric. Na vandaag, ik.
Mijn nieuwe woord voor vandaag.
Want de echte bedreiging vandaag is stilstand.
Hey David, dank je voor je hulp vandaag.
Maar ik stop voor vandaag.
Veel jongeren in Brussel zijn vandaag volledig in zichzelf gekeerd.
Ik auditie voor"Nashville's Next" vandaag.
Ik heb het gehad voor vandaag, Joost.
Hij is de meest gezochte man vandaag.
Tommy. Jij bent de held van vandaag.