Voorbeelden van het gebruik van Dapper zijn in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Je gaat dapper zijn, he?
Laat me dapper zijn… deze kant op.
Je moet nu niet dapper zijn, Bert.
Dus we moeten dapper zijn en wachten tot Gerald ons komt halen.
Je moet dapper zijn en het doen.
Ik weet dat jou mensen dapper zijn, niemand ontkent dat.
Je kunt bang en dapper zijn tegelijk.
Ik hoop dat ze dapper zijn.
Ik snap hoe akelig die telefoontjes zijn, maar je moet dapper zijn.
Je kunt toch dapper zijn, net als een soldaatje?
Vandaag moet je dapper zijn, David.
Je moet even dapper zijn.
je juridische meningen soms dapper zijn.
In plaats daarvan verkondigt hij dapper zijn liefde voor Erwt.
We moeten allemaal heel dapper zijn.
Je moet erg dapper zijn.
heel erg dapper zijn.
Ik zal dapper zijn, als die kinderen maar veilig zijn. .
Dank u, laat me leren hoe dapper zijn;
Ik wilde altijd al dapper zijn, dus ik dacht,