Voorbeelden van het gebruik van Drank in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Medicine
-
Official
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
De drank moet van kleur veranderen.
We moeten drank halen en teruggaan.
Alles over het feestje en drank met de officier.
De barmeid van de taverne deed iets in mijn drank.
Door de drank… is mijn gezin vermoord.
De drank is helder,
De drank. Helpt je te vergeten.
Het was de drank.
Mijn man vond deze wonderlijke drank die we nuttigden.
Er is geen verhaal zo goed dat drank het beter maakt.
Hij is nog een kind, geef hem geen drank.
Capsule of drank 100 mg.
Ondanks zijn wreedheid en de drank, was Mama een goede echtgenote.
Ze geloofden in drugs, drank en diefstal.
En haar huis en haar drank en haar juwelen.
Jij moet ervoor zorgen dat ik deze drank opdrink.
Ik denk dat ik drank erg lekker vind.
Hoe meet ik de juiste dosis van de drank?
Ze is aan de drank.
Nu heb ik twee tot drie minuten waarin ik niet aan drank denk.